Uitspraak
OVERWEGINGEN
één-oudertoeslag. Het gegeven dat de minister, zoals ook door hem in hoger beroep wordt erkend, ten onrechte bij het bestreden besluit het standpunt heeft ingenomen dat drie personen als partner van appellante kwalificeren in de zin van de Awir en hij voor de toepassing van de Wsf 2000 niet verplicht is aan te geven welke specifieke persoon partner van appellante is, betekent dat het bestreden besluit in strijd met artikel 7:12, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) niet deugdelijk is gemotiveerd. Het motiveringsgebrek zal onder toepassing van artikel 6:22 van de Awb worden gepasseerd, omdat appellante niet is benadeeld. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- veroordeelt de minister in de kosten van appellante tot een bedrag van € 1.984-;
- bepaalt dat de minister aan appellante het in beroep en in hoger beroep betaalde griffierecht van in totaal € 166,- vergoedt.