Uitspraak
19 april 2016, 15/4731 (aangevallen uitspraak)
OVERWEGINGEN
nek-/schouderpijn, berekend naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 80 tot 100%.
29 juni 2005 heeft het Uwv dit bezwaar ongegrond verklaard. Appellante heeft geen rechtsmiddelen aangewend tegen het besluit van 29 juni 2005, zodat dit besluit in rechte is komen vast te staan.
15 december 2004.
19 oktober 2004 en met dat verzoek niet tevens herziening voor de toekomst (duuraanspraak) is beoogd, heeft de rechtbank terecht het pas in de beroepsfase overgelegde medisch paspoort van appellante buiten beschouwing gelaten. Immers, degene die vraagt om terug te komen van een in rechte vaststaand besluit dient de voor de besluitvorming benodigde gegevens uiterlijk in de bezwaarfase over te leggen (uitspraak van de Raad van 13 juni 2014, ECLI:NL:CRVB:2014:2045).
1 mei 2015 dat het rapport van radioloog Slis wel degelijk medisch inhoudelijk is beoordeeld. Daarbij is met juistheid overwogen dat de recente medische informatie, waarmee niet anders bedoeld kan zijn dan het rapport van radioloog Slis van 8 september 2014, niets zegt over de toestand van appellante in 2004.