Uitspraak
mr. R.E.J.P.M. Rutten.
OVERWEGINGEN
27 maart 2012 ziek gemeld voor haar op uitzendbasis verrichte werkzaamheden als assemblagemedewerkster voor 20 uur per week. Zij ontving op dat moment ook een uitkering op grond van de Werkloosheidswet, waarvoor zij zich eveneens per die datum heeft ziek gemeld. Appellante is in aanmerking gebracht voor twee uitkeringen ingevolge de Ziektewet (ZW).
re-integratietraject is het re-integratiebedrijf Inzichtadvies betrokken. In een Eindverslag van het arboteam van 4 september 2013 heeft het Uwv vermeld dat appellante te kennen heeft gegeven zich niet in staat te achten om te werken. Het Uwv heeft appellante dringend geadviseerd het traject bij Inzichtadvies weer op te pakken. Volgens een voorgedrukt formulier “Melding gedrag klant tijdens re-integratietraject” van 23 september 2013 heeft appellante volgens de aangevinkte vakjes te weinig sollicitaties verricht, belemmerende eisen gesteld ten aanzien van werk en anderszins onvoldoende meegewerkt aan het vinden van passende arbeid.
re-integratietraject.
re-integratietraject meerdere malen aanvullende medische informatie aan het Uwv heeft verstrekt die telkens is beoordeeld door een verzekeringsarts. Deze arts heeft steeds weer moeten constateren dat de belastbaarheid van appellante ongewijzigd is gebleven en dat zij in staat moet worden geacht om passende werkzaamheden te verrichten. Een verzekeringsarts bezwaar en beroep is in zijn rapport van 6 januari 2014 tot de conclusie gekomen dat er geen contra-indicaties zijn voor appellante om het re-integratietraject te volgen.
- Kopie arbeidsovereenkomst;
- Kopie detacheringsovereenkomst;
- Kopie uitzendovereenkomst;
- Kopieën loonstrookje, indien u op uitzendbasis gaat werken.
9.2. Op vraag 9.2, Welke afspraken heeft u gemaakt over werk zoeken en solliciteren? Is vermeld: Cliënt zal haar uiterste best doen om het traject succesvol uit te voeren. Zie verder hierboven bij 9.1.”
20 januari 2014, heeft deze arts aandacht besteed aan alle klachten van appellante en geconcludeerd dat rekening gehouden moet worden met een verminderde belastbaarheid van appellante. De beperkingen zijn opgenomen in de Functionele Mogelijkhedenlijst van
14 januari 2014 en betreffen onder meer beperkingen in verband met klachten van de
nek-, schouder- en arm rechts. Ook is rekening gehouden met chronische lage rugklachten. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in het rapport van 28 juli 2014 blijk van gegeven een zorgvuldig onderzoek te hebben gedaan en de informatie uit de behandelend sector in aanmerking te hebben genomen. Uit de in beroep en in hoger beroep overgelegde medische informatie blijkt niet van een wezenlijk ander beeld van medische situatie van appellante ten tijde in geding. De neuroloog B.J.A. van Hoeve vermeldt in het rapport van 18 november 2014 dat sprake is van chronische rugklachten. Er zouden op een MRI-scan in Polen geen aanwijzingen zijn voor een HNP of intel compressie. Anesthesioloog/pijnbestrijder
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep gegrond en vernietigt het besluit van 27 januari 2014;
- herroept de besluiten van 10 en 23 oktober 2013 en bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het besluit van 27 januari 2014;
- veroordeelt het Uwv in proceskosten van appellante tot een bedrag van € 1.363,90;
- bepaalt dat het Uwv aan appellante het in beroep en in hoger beroep betaalde griffierecht van in totaal € 167,- vergoedt.
F.M.S. Requisizione als leden, in tegenwoordigheid van R.I. Troelstra als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 26 oktober 2016.