ECLI:NL:CRVB:2016:4000
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.H.M. Roelofs
- M. ter Brugge
- C.J. Borman
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van AIO-aanvulling wegens onroerend goed in Suriname
In deze zaak gaat het om de intrekking en terugvordering van de AIO-aanvulling van appellant en zijn echtgenote door de Sociale verzekeringsbank (Svb). Appellant en zijn echtgenote ontvingen sinds 1 januari 2007 een aanvullende inkomensvoorziening ouderen (AIO-aanvulling) naast hun ouderdomspensioen. De Svb heeft echter vastgesteld dat appellant over een vermogen beschikte dat de voor hen geldende grens van het vrij te laten vermogen overschreed, met name door onroerend goed in Suriname. Na meldingen van hun verblijf in Suriname en een onderzoek door de Svb, werd besloten de AIO-aanvulling per januari 2007 in te trekken en de onterecht betaalde bedragen terug te vorderen. Appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat hij niet over de onroerende zaak kon beschikken, maar de Raad oordeelt dat hij niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij niet over het vermogen beschikte. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank, die het beroep tegen het besluit van de Svb ongegrond verklaarde. De Raad concludeert dat de Svb terecht de AIO-aanvulling heeft ingetrokken en de terugvordering heeft doorgezet, omdat appellant zijn inlichtingenverplichting heeft geschonden en niet heeft aangetoond dat er dringende redenen waren om van terugvordering af te zien.