Uitspraak
16 april 2015, 14/3377 (aangevallen uitspraak)
OVERWEGINGEN
6 september 2016 inzichtelijk uiteengezet dat de in hoger beroep overgelegde medische informatie geen aanleiding geeft voor een aanpassing van de belastbaarheid.
(SBC-code 267050), huishoudelijk medewerker (SBC-code 111333) en samensteller
(SBC-code 271130) door hem vervuld moeten kunnen worden. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft in zijn rapporten van 17 april 2014 en 2 oktober 2014 inzichtelijk en overtuigend beargumenteerd dat appellant werkzaamheden verbonden aan deze functies kon verrichten.
11 december 2013 vastgesteld dat de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant 49,06 % bedraagt, hetgeen betekent dat er een inkomenseis geldt. In het bestreden besluit is de mate van arbeidsongeschiktheid bepaald op 72,7 %, hetgeen gevolgen heeft voor de in artikel 60 van de Wet WIA bedoelde inkomenseis. Met verwijzing naar zijn uitspraak van
29 oktober 2014 (ECLI:NL:CRVB:2014:4471) is de Raad van oordeel dat, wanneer in de bezwaarfase het arbeidsongeschiktheidspercentage wijzigt en er daarmee een wijziging in de resterende verdiencapaciteit ontstaat, dit een wijziging van de rechtspositie tot gevolg heeft. Dit betekent dat er sprake is van een herroepen besluit als bedoeld in artikel 7:15, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Hieruit volgt dat het Uwv ten onrechte het bezwaar van appellant tegen het besluit van 11 december 2013 ongegrond heeft verklaard en ten onrechte heeft geweigerd de kosten in bezwaar, waar van appellant in bezwaar om vergoeding had verzocht, te vergoeden en dat de rechtbank ten onrechte het beroep ongegrond heeft verklaard.
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep gegrond en vernietigt het besluit van 23 april 2014, voor zover daarbij het bezwaar tegen het besluit van 11 december 2013 ongegrond is verklaard en vergoeding van de kosten in bezwaar is afgewezen;
- veroordeelt het Uwv in de kosten van appellant tot een bedrag van € 2.976;
- bepaalt dat het Uwv het in beroep en in hoger beroep betaalde griffierecht van in totaal
- € 168,- vergoedt.