ECLI:NL:CRVB:2016:3830
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.H.M. Roelofs
- Y.J. Klik
- J.L. Boxum
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake bijstandsverlening in de vorm van een krediethypotheek
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland over de bijstandsverlening aan appellant in de vorm van een krediethypotheek. Appellant, eigenaar van een woning, had in 2000 bijstand aangevraagd en een bereidverklaring voor een krediethypotheek ondertekend. In 2001 werd hem bijstand toegekend, maar deze werd later omgezet in een lening. In 2006 werd de bijstand beëindigd omdat appellant voldoende middelen had om in zijn levensonderhoud te voorzien. Appellant diende in 2012 opnieuw een aanvraag in, die door het college werd afgewezen. De rechtbank verklaarde de beroepen tegen de besluiten van het college ongegrond. In hoger beroep werd de vraag aan de orde gesteld of de bijstand terecht als leenbijstand was verstrekt. De Raad oordeelde dat de bijstand in de vorm van een lening diende te worden verstrekt, gezien de financiële situatie van appellant en de wettelijke bepalingen. Het beroep op het vertrouwensbeginsel werd verworpen, omdat er geen ondubbelzinnige toezeggingen waren gedaan door het college. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond.