In deze zaak gaat het om de herziening van de WAZ-uitkering van appellant, die sinds 2004 arbeidsongeschikt is na een ongeval. Appellant had een WAZ-uitkering op basis van 80 tot 100% arbeidsongeschiktheid, maar na een herbeoordeling door het Uwv in 2012 werd zijn arbeidsongeschiktheid vastgesteld op 35 tot 45%. Het Uwv baseerde deze herziening op informatie van cardiologen en longartsen, die appellant niet had doorgegeven. Appellant stelde dat hij niet op de hoogte was dat deze informatie van invloed kon zijn op zijn uitkering. De rechtbank oordeelde dat appellant zijn inlichtingenplicht had geschonden, maar het hoger beroep van appellant werd gegrond verklaard. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat het Uwv niet bevoegd was om de WAZ-uitkering met terugwerkende kracht te herzien, omdat appellant redelijkerwijs niet kon weten dat de medische informatie relevant was voor zijn uitkering. De eerdere besluiten van het Uwv werden vernietigd en de proceskosten werden aan appellant vergoed.