Uitspraak
23 juni 2015, 14/8064 (aangevallen uitspraak)
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam tegen een uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De rechtbank had het beroep van betrokkene gegrond verklaard en het bestreden besluit vernietigd, waarbij betrokkene wegens plichtsverzuim was ontslagen. Betrokkene, werkzaam bij de gemeente Rotterdam, had goederen meegenomen die aan de gemeente toebehoorden. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat betrokkene zich schuldig heeft gemaakt aan plichtsverzuim en dat de opgelegde disciplinaire maatregel van ontslag niet onevenredig is. De Raad stelt vast dat betrokkene op meerdere dagen goederen uit een container en kantoor heeft meegenomen, ondanks dat hij op de hoogte was van het verbod hierop. De Raad vernietigt de uitspraak van de rechtbank voor zover deze zelf in de zaak heeft voorzien en draagt het college op een nieuw besluit op het bezwaar te nemen. De Raad benadrukt dat de regels duidelijk waren en dat betrokkene verantwoordelijk was voor zijn handelen. De uitspraak is gedaan op 22 september 2016.