Uitspraak
28 april 2015, 14/2224 (aangevallen uitspraak)
drs. H. ten Brinke.
OVERWEGINGEN
19 oktober 2011 inkomsten heeft genoten vanuit een hennepkwekerij, dat hij daarvan geen melding heeft gedaan bij het Uwv en dat hij over die periode geen recht had op ZW-uitkering en toeslag. Bij besluit van 7 maart 2014 heeft het Uwv de ZW-uitkering en toeslag met terugwerkende kracht over de periode van 6 juli 2011 tot en met 18 oktober 2011 herzien en over deze periode een bedrag van € 3.666,- bruto aan onverschuldigd betaalde ZW-uitkering en een bedrag van € 1.571,25 bruto aan onverschuldigd betaalde toeslag van appellant teruggevorderd.
5 maart 2014 in twijfel te trekken. Aannemelijk is dat er één eerdere oogst is geweest voor de ontmanteling van de hennepkwekerij. Het wederrechtelijk verkregen voordeel is berekend op €14.601,11. Er is geen aanleiding aan deze berekening te twijfelen. Het Uwv heeft dan ook terecht vastgesteld dat appellant over de periode van 6 juli 2011 tot en met 18 oktober 2011 geen recht had op ZW-uitkering en toeslag en heeft het te veel aan ontvangen uitkering en toeslag terecht van hem teruggevorderd. De rechtbank is niet gebleken van feiten en omstandigheden op grond waarvan het Uwv in verband met dringende redenen geheel of gedeeltelijk van de terugvordering had moeten afzien.
13 september 2011 zijn echter door de politie op het perceel van appellant geen aanwijzingen van hennepteelt aangetroffen. De hennepkwekerij die op 19 oktober 2011 op zijn perceel is aangetroffen stond er ongeveer zeven weken. Nu de containers door de gemeente iedere week worden geleegd, zijn de aangetroffen plantenresten waarschijnlijk door iemand van de aanliggende percelen in de container van appellant gedeponeerd. Voorts heeft de politie geen illegale omlegging van de kabels aangetroffen in de meterkast, noch zijn er zwaardere zekeringen aangebracht. Wat er dus gemeten is, is wat er is gebruikt. Mocht er eerder zijn geoogst, dan zou het energieverbruik veel hoger zijn geweest. Hiermee is volgens appellant aangetoond dat hij niet eerder heeft geoogst.
3.2. Het Uwv heeft bevestiging van de aangevallen uitspraak bepleit.
13 september 2013 heeft vastgesteld dat er geen aanwijzingen waren voor hennepteelt op zijn perceel. De enkele vaststelling dat een onderzoek met een warmtebeeldcamera geen bijzonderheden heeft opgeleverd, is daartoe onvoldoende. Ook heeft appellant geen overtuigende verklaring gegeven voor de aangetroffen plantenrestanten in de containers op zijn perceel. Dit geldt eveneens voor het in het onder 1.1 genoemde rapport werknemersfraude vermelde illegaal afnemen van stroom. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat Enexis appellant een rekening heeft gestuurd van € 3.179,34, waarvan
€ 2.196,49 voor illegaal stroomverbruik. Appellant heeft deze rekening volledig betaald op
2 januari 2012. Enexis heeft illegaal stroomverbruik door middel van manipulatie van de meter aangenomen, toen bij controle van de meter een afgebroken schroef en een foute zegel werd aangetroffen. Bij deze wijze van illegaal stroomverbruik is geen sprake van een illegale omlegging van leidingen of het aanbrengen van zwaardere zekeringen. Het niet aantreffen van illegaal omgelegde leidingen of zwaardere zekeringen kan dan ook niet het bewijs leveren dat niet illegaal stroom is verbruikt.
ZW-uitkering van appellant met ingang van 6 juli 2011 te herzien en het in de periode van
6 juli 2011 tot 19 oktober 2011 onverschuldigd betaalde ziekengeld van appellant terug te vorderen. Op grond van de artikelen 11a, 12 en 20 van de TW geldt hetzelfde voor de toeslag op grond van de TW. Van een dringende reden om daarvan af te zien is niet gebleken.