Uitspraak
5 maart 2015, 14/9574 (aangevallen uitspraak)
OVERWEGINGEN
WW-uitkering en een toeslag ontving. Het had op de weg van appellant gelegen om, indien de MMD’er zou hebben toegezegd ook zijn uitkeringen stop te zetten, bij haar navraag te doen of dit ook was geregeld toen hij zag dat daarvan geen melding was gemaakt op het formulier ‘antwoord na screening’. Appellant heeft dit echter nagelaten. Ook na afloop van zijn detentie heeft appellant het Uwv hiervan niet op de hoogte gesteld. Het had appellant op grond van bijschrijvingen op zijn bankrekening vanaf november 2013 en na kennisneming van het besluit van 6 januari 2014, waarin hem is bericht dat zijn WW-uitkering en toeslag per
1 januari 2014 zijn stopgezet, duidelijk moeten zijn dat de uitkering en de toeslag tijdens zijn detentie ten onrechte waren doorgelopen. Uit het vorenstaande volgt dat appellant niet alleen objectief maar ook subjectief een verwijt valt te maken van de schending van zijn inlichtingenverplichting en dat hij er op grond van door de MMD’er verstrekte informatie niet op mocht vertrouwen dat zijn detentie ook in zijn geval tijdig was gemeld aan het Uwv.
BESLISSING
R.P.T. Elshoff als leden, in tegenwoordigheid van R.I. Troelstra als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 7 september 2016.