ECLI:NL:CRVB:2016:322
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.H.M. Roelofs
- F. Hoogendijk
- M. ter Brugge
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand wegens verzwegen werkzaamheden en inkomsten
In deze zaak gaat het om de intrekking en terugvordering van bijstand aan appellante, die sinds 30 mei 2007 bijstand ontving op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). De Centrale Raad van Beroep behandelt het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Limburg, die het beroep van appellante ongegrond verklaarde. De sociale recherche ontving anonieme tips over de werkzaamheden van appellante als nagelstyliste en het zetten van hairextensions. Na een onderzoek, inclusief een doorzoeking van haar woning, concludeerde het college van burgemeester en wethouders van Weert dat appellante inkomsten had verzwegen. Het college trok de bijstand per 30 mei 2007 in en vorderde een bedrag van € 74.846,88 terug. Appellante betwistte de beschuldigingen en stelde dat zij enkel vriendendiensten verleende zonder financiële vergoeding. De Raad oordeelt dat het college voldoende bewijs heeft geleverd dat appellante bedrijfsmatig activiteiten heeft verricht en dat zij haar inlichtingenverplichting heeft geschonden. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het hoger beroep van appellante af.