Uitspraak
13 oktober 2014, 14/1049 (aangevallen uitspraak)
OVERWEGINGEN
Wajong-uitkering. Ter onderbouwing van deze aanvraag heeft appellant medische informatie van onder meer zijn behandelend radioloog G.J. Waldman, die uitgebreide deformatie van de heupkoppen bij appellant vaststelde, ingediend. Deze aanvraag is door het Uwv opgevat als een verzoek om terug te komen van het besluit van 5 oktober 2011. In verband met deze aanvraag heeft een verzekeringsarts van het Uwv het dossier bestudeerd en in zijn rapport van 21 januari 2014 te kennen gegeven dat bij de aanvraag geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn vermeld op basis waarvan tot het opstarten van een nieuw medisch onderzoek overgegaan zou moeten worden.
15 december 2015 geeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep te kennen dat de informatie van de orthopeed geen medische feiten of inzichten bevat, die tot een ander oordeel ten aanzien van het recht van appellant op een Wajong-uitkering kunnen leiden. Voorts geeft deze arts te kennen dat, ook al zou de nu geconstateerde heupafwijking causaal verband houden met de groeistoornis van appellant in het verleden, de daarmee gepaard gaande beperkingen per einde wachttijd geldende voor de Wajong (de Raad begrijpt de AAW) niet aanwezig waren. Met verwijzing naar dit rapport stelt het Uwv zich op het standpunt dat de in 2013 geconstateerde heupafwijking geen ander licht werpt op de op 17e/18e jaar en in 1995 aangenomen beperkingen.
14 januari 2015 (ECLI:NLCRvB:2015:1).
BESLISSING
F.M.S. Requisizione als leden, in tegenwoordigheid van N. Veenstra als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 17 augustus 2016.