Uitspraak
27 februari 2014, 13/3966 (aangevallen uitspraak) en uitspraak op het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade
V.A.R. Kali.
OVERWEGINGEN
13 december 2008 dan wel 15 december 2008 als eerste dagloondag. Dat appellant in december 2008 slechts twee dagen heeft gewerkt en daarna pas weer hervatte in februari 2009, leidt gelet op de duidelijke tekst van artikel 6 van het Besluit niet tot een ander oordeel. Appellant kan in februari 2009 niet nog eens als starter worden aangemerkt. De rechtbank heeft verwezen naar de uitspraak van de Raad van 19 april 2013 (ECLI:NL:CRVB:2013:BZ8062). Dat het loon voor de werkzaamheden op 13 en
16 december 2008 is gekort op appellants uitkering op grond van de Wet werk en bijstand (Wwb), neemt niet weg dat hij op die dagen arbeid in loondienst heeft verricht en daarvoor loon heeft ontvangen dat moet worden meegenomen bij de berekening van het dagloon van de WIA-uitkering.
13 december 2008 – heeft ontvangen (zie de onder 3 genoemde uitspraak van 19 april 2013). Daarbij gaat het om het aantal dagloondagen vanaf de start van de werkzaamheden tot en met de einddatum van het refertejaar en is het niet van belang dat niet op alle dagloondagen is gewerkt (zie de uitspraak van de Raad van 22 april 2011, ECLI:NL:CRVB:2011:BQ2708). Dat de werkzaamheden van appellant in december 2008 tijdelijk waren en de inkomsten hieruit op zijn Wwb-uitkering werden gekort, neemt niet weg dat het gaat om werkzaamheden als werknemer, zodat deze bij de berekening van het dagloon in aanmerking genomen dienen te worden.