ECLI:NL:CRVB:2016:3015
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- E.C.R. Schut
- A. Stehouwer
- P.W. van Straalen
- Rechtspraak.nl
Blokkering van AIO-aanvulling op basis van vermoedens van onroerend goed bezit in Marokko
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland, waarin de blokkering van de AIO-aanvulling van appellant door de Sociale verzekeringsbank (Svb) aan de orde is. Appellant ontving sinds 1 december 2009 een pensioen en een aanvullende inkomensvoorziening ouderen (AIO-aanvulling). De Svb heeft de betaling van de AIO-aanvulling per 1 september 2013 geblokkeerd, omdat er vermoedens bestonden dat appellant onroerend goed bezat in Marokko, wat hij niet had gemeld. Dit vermoeden was gebaseerd op een rapport van de Nederlandse Ambassade in Rabat, waarin werd gesteld dat appellant een huis bezat in Marokko. Appellant heeft betwist dat hij eigenaar is van het huis en heeft getuigenverklaringen overgelegd die zijn standpunt ondersteunen. De rechtbank heeft het beroep van appellant ongegrond verklaard, waarna hij in hoger beroep ging.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn uitspraak op 9 augustus 2016 geoordeeld dat de Svb voldoende gronden had om de betaling van de AIO-aanvulling te blokkeren. De Raad oordeelde dat het onderzoek van de Svb naar het vermogen van appellant in Marokko voldoende onderbouwd was en dat de getuigenverklaringen niet betrouwbaar genoeg waren om het vermoeden van de Svb te weerleggen. De Raad bevestigde dat de Svb niet verplicht was om appellant voorafgaand aan de blokkering de gelegenheid te geven zijn zienswijze te geven, omdat appellant niet had voldaan aan zijn wettelijke verplichting om gegevens te verstrekken. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen veroordeling in proceskosten uitgesproken.