ECLI:NL:CRVB:2016:299
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake eigen bijdrage zorgkosten en betrokkenheid curator
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 januari 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De appellant, die geestelijk en lichamelijk gehandicapt is, heeft bezwaar gemaakt tegen de door het CAK vastgestelde eigen bijdrage voor zorgkosten, die per 1 januari 2013 op € 1.124,08 per maand is vastgesteld. De appellant stelt dat hij niet in staat is om zijn vermogen te 'op te eten', omdat hij mede-eigenaar is van een woning en zijn curator, die ook zijn broer is, niet kan worden verplicht om een hypotheek op de woning te nemen om de eigen bijdrage te kunnen betalen. De rechtbank heeft het beroep van de appellant ongegrond verklaard, omdat het CAK de eigen bijdrage in overeenstemming met de geldende regels heeft vastgesteld en de appellant niet voldoende onderbouwd heeft dat de door de Belastingdienst vastgestelde gegevens onjuist zijn.
In hoger beroep heeft de curator, die ook een belang heeft in de woning, zijn eigen beroep ingesteld. De Raad heeft echter geoordeeld dat de curator niet-ontvankelijk is in zijn hoger beroep, omdat zijn belang niet rechtstreeks bij het bestreden besluit is betrokken. De Raad heeft bevestigd dat het CAK de eigen bijdrage op basis van de door de Belastingdienst verstrekte gegevens heeft berekend en dat de appellant niet heeft aangetoond dat deze gegevens onjuist zijn. De Raad heeft ook overwogen dat de wet geen ruimte biedt voor een belangenafweging zoals door de appellant gewenst, en dat de regels van het Bijdragebesluit zorg dwingend zijn. De uitspraak van de rechtbank is bevestigd, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.