In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, waarin werd geoordeeld dat appellant geen recht meer had op ziekengeld. Appellant had zich op 29 maart 2010 ziek gemeld vanwege psychische klachten, later aangevuld met lichamelijke klachten. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) concludeerde dat appellant per 26 maart 2012 minder dan 35% arbeidsongeschikt was en dus geen recht had op een uitkering op grond van de Wet WIA. Appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat de rechtbank ten onrechte geen onafhankelijke deskundige heeft ingeschakeld, omdat er een verschil zou zijn tussen de diagnoses van twee psychiaters. De Raad voor de Rechtspraak oordeelt dat het Uwv een zorgvuldig medisch onderzoek heeft verricht en dat er geen aanleiding is om te twijfelen aan de conclusies van de psychiatrische expertise. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het hoger beroep van appellant af. Er wordt geen proceskostenveroordeling opgelegd.