ECLI:NL:CRVB:2016:2827
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant inzake bijzondere bijstand en griffierecht
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellanten tegen een uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de appellanten, die bijzondere bijstand ontvingen voor een aanvullende ziektekostenverzekering, geen recht hadden op vergoeding van kosten in verband met hun bezwaar. De Centrale Raad van Beroep bevestigt deze uitspraak. De appellanten ontvingen bijzondere bijstand tot 2012 in één keer, maar het college van burgemeester en wethouders van Peel en Maas besloot in 2012 om deze bijstand maandelijks uit te betalen. Appellanten maakten bezwaar tegen deze wijziging, maar het college verklaarde dit bezwaar gegrond, met uitzondering van de vergoeding van wettelijke rente. De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van samenhangende besluiten, waardoor appellanten voor elk beroep afzonderlijk griffierecht moesten betalen. De Centrale Raad van Beroep bevestigt deze beslissing en oordeelt dat de appellanten geen recht hebben op vergoeding van andere kosten dan de reiskosten, omdat het college het besluit niet heeft herroepen. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.