Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
hetgeen in deze uitspraak is overwogen;
Centrale Raad van Beroep
Op 18 juli 2016 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende voormalige ambtenaren van het ministerie van Defensie die een inkomensverlies lijden door de verhoging van de AOW-leeftijd. De zaak betreft appellante die met ingang van 1 januari 2014 overtolligheidsontslag heeft gekregen en wachtgeld op grond van het Wachtgeldbesluit burgerlijke ambtenaren defensie (Wbad) tot haar 65e verjaardag. De minister van Defensie heeft haar wachtgeld beëindigd bij het bereiken van deze leeftijd, wat appellante aanvoert als een verboden onderscheid naar leeftijd. De rechtbank Rotterdam heeft het beroep tegen het besluit van de minister ongegrond verklaard, maar in hoger beroep heeft de Centrale Raad geoordeeld dat de beëindiging van het wachtgeld bij 65 jaar, zonder vervangende voorziening, inderdaad een verboden onderscheid naar leeftijd oplevert. De Raad heeft de aangevallen uitspraak vernietigd en het beroep gegrond verklaard, waarbij de minister is opgedragen om opnieuw op het bezwaar van appellante te beslissen. Tevens is de minister veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van appellante.