In deze zaak gaat het om de bevordering van een politieambtenaar, appellant, naar de functie van senior GGP. Appellant is sinds 1 maart 1996 werkzaam bij de politieregio en heeft op 9 juli 2013 verzocht om doorstroming naar de functie van senior GGP. De korpschef heeft dit verzoek afgewezen op basis van een beoordeling die niet voldeed aan de geschiktheidseisen. De rechtbank heeft de beroepen van appellant ongegrond verklaard, maar de Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de beoordeling niet in stand kan blijven. De Raad stelt vast dat appellant, op basis van een potentieelinschatting, geschikt is voor de functie van senior GGP. De Raad vernietigt de eerdere besluiten van de korpschef en bepaalt dat appellant met ingang van 1 oktober 2012 moet worden bevorderd naar de functie van senior GGP, met inschaling in salarisschaal 8. Tevens wordt de korpschef veroordeeld in de proceskosten van appellant.