In deze zaak gaat het om de bevordering van een politieambtenaar, betrokkene, naar de functie van senior generalist gebiedsgebonden politie (GGP). Betrokkene had verzocht om bevordering met ingang van 1 november 2010, omdat hij volgens hem toen al voldeed aan de voorwaarden. De korpschef van politie, appellant, had echter besloten om betrokkene pas met ingang van 1 oktober 2012 te bevorderen. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de ingangsdatum van de bevordering niet verder terug kan gaan dan 1 oktober 2012, omdat de beoordeling van betrokkene pas op dat moment positief was. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland, die eerder had geoordeeld dat de terugwerkende kracht van de bevordering niet verder teruggaat dan 1 november 2010, en dat de datum van beoordeling niet bepalend is voor de ingangsdatum van de bevordering. De Raad concludeert dat er geen grond is voor een bevordering met een eerdere ingangsdatum dan 1 oktober 2012, en verklaart het beroep van betrokkene tegen het nadere besluit ongegrond. De korpschef wordt veroordeeld in de proceskosten van betrokkene.