ECLI:NL:CRVB:2016:2464
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake niet-ontvankelijkheid bezwaar WIA na indienen gronden per fax
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, waarin het bezwaar van appellant tegen een besluit van het Uwv niet-ontvankelijk werd verklaard. Appellant had op 2 maart 2015 bezwaar gemaakt tegen een besluit van 3 februari 2015, waarin werd vastgesteld dat hij geen recht had op een uitkering op grond van de Wet WIA. Het Uwv verklaarde het bezwaar op 30 april 2015 kennelijk niet-ontvankelijk, omdat appellant de gronden van het bezwaar niet tijdig had ingediend. De termijn hiervoor liep tot en met 7 april 2015. Appellant stelde dat hij de gronden per fax had ingediend en voerde aan dat het Uwv niet voldoende had onderzocht of de fax was ontvangen.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat het indienen van gronden per fax een toelaatbare wijze van verzending is, maar dat de risico's van deze verzending voor rekening van de verzender komen. De Raad concludeerde dat het Uwv na zorgvuldig onderzoek niet kon bevestigen dat de fax met de gronden van bezwaar was ontvangen. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond. De verzoeken om schadevergoeding werden afgewezen, en er werd geen veroordeling in proceskosten uitgesproken.