ECLI:NL:CRVB:2016:2452
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van Ziektewet-uitkering na zorgvuldig medisch onderzoek
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 29 juni 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. Appellante, die als productiemedewerkster werkte, had zich op 10 september 2013 ziek gemeld met maagklachten, naast bestaande rug- en psychische klachten. Na een medisch onderzoek door een verzekeringsarts op 22 oktober 2013, werd appellante per 28 oktober 2013 geschikt geacht voor haar werk. Het Uwv verklaarde het bezwaar van appellante tegen deze beslissing ongegrond. De rechtbank bevestigde deze beslissing, wat leidde tot het hoger beroep.
Appellante voerde in hoger beroep aan dat het medisch onderzoek niet zorgvuldig was en dat haar klachten onvoldoende waren meegewogen. De Raad oordeelde echter dat het medisch onderzoek op zorgvuldige wijze had plaatsgevonden en dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat appellante in staat was haar werk te hervatten. De Raad onderschreef de overwegingen van de rechtbank en concludeerde dat de aangevallen uitspraak moest worden bevestigd. De Raad wees erop dat de aanvullende stukken van appellante geen nieuw licht op de zaak wierpen en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.