ECLI:NL:CRVB:2016:2312
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van bijstandsaanvraag wegens onvoldoende financiële duidelijkheid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan op de hoger beroepen van appellante tegen de afwijzing van haar aanvragen om bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). De zaak betreft twee aanvragen: de eerste op 25 juni 2013 en de tweede op 1 oktober 2013. De Raad heeft vastgesteld dat appellante onvoldoende duidelijkheid heeft verschaft over haar financiële situatie, wat heeft geleid tot de afwijzing van beide aanvragen.
Appellante meldde zich op 11 juni 2013 voor bijstand en diende op 25 juni 2013 haar aanvraag in. Het dagelijks bestuur van de Uitvoeringsorganisatie Baanbrekers vroeg haar om bewijsstukken van haar financiële situatie, maar appellante voldeed niet aan de inlichtingenverplichting. De aanvraag werd afgewezen op 19 augustus 2013, omdat niet kon worden vastgesteld of zij in bijstandbehoevende omstandigheden verkeerde.
Bij een tweede aanvraag op 1 oktober 2013, na een eerdere afwijzing, was appellante wederom niet in staat om aan te tonen dat er gewijzigde omstandigheden waren die recht gaven op bijstand. De Raad oordeelde dat het dagelijks bestuur terecht had afgewezen, omdat appellante niet met objectieve en verifieerbare bewijsstukken had aangetoond hoe zij in haar levensonderhoud had voorzien. De Raad bevestigde de eerdere uitspraken van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, die de beroepen van appellante ongegrond had verklaard.