ECLI:NL:CRVB:2016:222
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag voor hulp bij het huishouden op basis van medische en psychische beperkingen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 januari 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Limburg. De appellant, geboren in 1955, heeft een aanvraag ingediend voor hulp bij het huishouden op basis van verschillende medische aandoeningen en psychische problemen. De aanvraag werd afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van Heerlen, op basis van een medisch rapport van arts H. Buddingh van de GGD Zuid Limburg. Buddingh concludeerde dat de appellant, ondanks zijn beperkingen, in staat was om zelfstandig huishoudelijke taken uit te voeren, verdeeld over de week.
De appellant heeft bezwaar gemaakt tegen deze afwijzing en diverse medische verklaringen overgelegd, maar het college handhaafde zijn standpunt. De rechtbank heeft het beroep van de appellant ongegrond verklaard, wat leidde tot het hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep. De Raad heeft de argumenten van de appellant beoordeeld, waaronder de zorgvuldigheid van het onderzoek door Buddingh en de vraag of er aanleiding was om een deskundige te benoemen.
De Raad oordeelde dat het onderzoek door Buddingh voldoende zorgvuldig was en dat de conclusie dat de appellant in staat was om huishoudelijk werk uit te voeren, niet in strijd was met de medische bevindingen. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en wees het verzoek om een deskundige te benoemen af. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met H.J. de Mooij als voorzitter, en werd openbaar uitgesproken op 20 januari 2016.