Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
slechts bij de Raad kan worden ingesteld;
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraken van de rechtbank Amsterdam met betrekking tot zijn verzoek om deelname aan het traject Eigen Werk, dat bedoeld is voor bijstandsgerechtigden die een zelfstandige onderneming willen beginnen. Appellant ontving bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB) en had eerder een gesprek met een re-integratieconsulent. Hij werd afgewezen voor deelname aan het traject Eigen Werk omdat het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam meende dat hij niet over de benodigde ondernemerskwaliteiten beschikte. Appellant heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard.
De Centrale Raad van Beroep heeft op 24 mei 2016 uitspraak gedaan. De Raad oordeelde dat de afwijzing van het verzoek om deelname aan het traject Eigen Werk niet deugdelijk was gemotiveerd. De Raad stelde vast dat het college niet voldoende had onderbouwd waarom appellant niet in aanmerking kwam voor het traject en dat de motivering in strijd was met de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Raad vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en het besluit van het college, en droeg het college op om een nieuwe beslissing te nemen op het bezwaar van appellant, met inachtneming van de vereisten voor een deugdelijke motivering.
Daarnaast oordeelde de Raad dat het college in de proceskosten van appellant moest worden veroordeeld. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige en transparante besluitvorming door bestuursorganen, vooral als het gaat om de rechten van bijstandsgerechtigden.