ECLI:NL:CRVB:2016:1986
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.M. van Male
- J.W.L. van der Loo
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing verzoek om herziening van eerdere uitspraak inzake buitenlandbijdrage Zorgverzekeringswet
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 18 mei 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De rechtbank had op 26 juni 2015 het verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van 25 mei 2012 afgewezen. Appellante, een inwoner van de Bondsrepubliek Duitsland, had bezwaar gemaakt tegen de voorlopige vaststelling van de buitenlandbijdrage voor het jaar 2008 door het Zorginstituut Nederland, dat de taken van het College voor zorgverzekeringen (Cvz) heeft overgenomen. De rechtbank oordeelde dat appellante geen nieuwe feiten of omstandigheden had aangevoerd die aanleiding gaven voor herziening van de eerdere uitspraak. De Centrale Raad van Beroep onderschreef deze overwegingen en bevestigde de uitspraak van de rechtbank. Appellante had in hoger beroep aangevoerd dat zij de opgelegde schuld niet kon betalen vanwege haar financiële situatie, maar de Raad oordeelde dat deze gronden niet wezenlijk nieuw waren en dat de rechtbank deze al voldoende had besproken. De Raad benadrukte dat het bijzondere rechtsmiddel van herziening niet bedoeld is voor een hernieuwde discussie over reeds besliste vragen. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffier, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.