In deze zaak heeft verzoeker, woonachtig in Duitsland, een verzoek tot herziening ingediend van een eerdere uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 23 februari 2012. Dit verzoek is behandeld op de zitting van 22 augustus 2013, waarbij verzoeker werd bijgestaan door zijn echtgenote, N.D.I. Kieviet, en de Raad van Bestuur van het Universitair Medisch Centrum Utrecht werd vertegenwoordigd door mr. M. Dekker. De Raad heeft vastgesteld dat de herziening is aangevraagd op basis van artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat voorwaarden stelt aan de herziening van onherroepelijke uitspraken.
De Raad overweegt dat de eerdere uitspraak betrekking had op de weigering van de Raad van Bestuur om een ongeval van verzoeker, dat in november 1998 had plaatsgevonden, als dienstongeval te erkennen. De Raad had in die uitspraak geoordeeld dat eerdere schadeverzoeken van verzoeker, die afwijzend waren beslist, rechtens onaantastbaar waren geworden. De Raad van Bestuur had de zaak opnieuw beoordeeld naar aanleiding van een nieuwe aanvraag van verzoeker in 2009, maar opnieuw afwijzend beslist. De Raad benadrukt dat een bestuursorgaan bevoegd is om een herhaalde aanvraag inhoudelijk te behandelen, maar dat dit niet leidt tot een hernieuwde toetsing van het oorspronkelijke besluit.
Verzoeker heeft in zijn verzoek om herziening nieuwe feiten en omstandigheden aangevoerd, maar de Raad concludeert dat deze niet voldoen aan de criteria van artikel 8:88 van de Awb. De aangevoerde argumenten zijn deels eerder aangevoerd en deels nieuw, maar voldoen niet aan de vereisten dat ze vóór de uitspraak niet bekend waren of redelijkerwijs niet bekend konden zijn. De Raad wijst het verzoek om herziening af, omdat niet is voldaan aan de wettelijke maatstaven. Er is geen reden voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door A. Beuker-Tilstra, in tegenwoordigheid van griffier S.K. Dekker, en is openbaar uitgesproken op 3 oktober 2013.