ECLI:NL:CRVB:2016:1478
Centrale Raad van Beroep
- Tussenuitspraak bestuurlijke lus
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak over de ondeugdelijke motivering van een besluit inzake WIA-uitkering en de noodzaak tot herstel door het Uwv
In deze tussenuitspraak van de Centrale Raad van Beroep, gedateerd 20 april 2016, wordt een hoger beroep behandeld van appellante tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) inzake haar WIA-uitkering. Appellante, die zich ziek meldde vanwege epileptische insulten en later gediagnosticeerd werd met een agressief lymfoom, heeft een aanvraag ingediend voor een WIA-uitkering. Het Uwv heeft in eerdere besluiten vastgesteld dat appellante geen recht had op een WIA-uitkering, wat door de rechtbank ongegrond werd verklaard. Appellante is het niet eens met deze besluiten en heeft hoger beroep ingesteld, waarbij zij medische rapporten heeft ingediend ter ondersteuning van haar standpunt.
De Raad heeft de medische rapporten van deskundigen, waaronder neuroloog dr. J.P. ter Bruggen en klinisch neuropsycholoog dr. E.J.T. Matser, in overweging genomen. De Raad concludeert dat het Uwv onvoldoende rekening heeft gehouden met de aanvalsgewijze moeheidsklachten van appellante en het onvoorspelbare karakter daarvan. De Raad oordeelt dat het Uwv de gebreken in zijn besluit moet herstellen, met name met betrekking tot de motivering van de arbeidsongeschiktheid en de duur van de loongerelateerde WGA-uitkering. De Raad draagt het Uwv op om binnen zes weken na verzending van deze uitspraak de gebreken te herstellen, zodat een definitieve beslechting van het geschil kan plaatsvinden.