Uitspraak
OVERWEGINGEN
€ 54.258,50 goed heeft verantwoord, dat hij een bedrag van € 4.873,82 vrijwillig heeft teruggestort en dat hij een bedrag van € 2.555,01 dient terug te betalen.
€ 62.571,16.
€ 4.142,13 (voor een deel) niet aan zijn zorgverlener heeft kunnen uitbetalen, omdat zijn curator het bedrag van € 4.873,82 ten onrechte op de bankrekening van het Zorgkantoor heeft teruggestort, waardoor hij dat bedrag niet meer kon verantwoorden, het volgende overwogen. Het Zorgkantoor dient te controleren of het pgb op correcte wijze is besteed aan het doel waarvoor het is toegekend. Indien de betrokkene niet kan aantonen dat het pgb daadwerkelijk is besteed, is het Zorgkantoor verplicht het terug te vorderen. De redenen waarom het pgb niet is besteed zijn in zoverre niet relevant. Indien de curator het bedrag volgens appellant ten onrechte zou hebben teruggestort, had appellant dit met de curator moeten bespreken. Het Zorgkantoor staat hier buiten. Het Zorgkantoor heeft daarom op goede gronden een bedrag van € 4.142,13 van appellant teruggevorderd en dat bedrag in mindering gebracht op het bedrag van € 4.873,82, dat de curator destijds al had teruggestort, waarna een aan appellant terug te betalen bedrag resteert.
31 mei 2013 niet heeft herroepen. Dit betekent dat niet is voldaan aan het bepaalde in artikel 7:15, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht.