ECLI:NL:CRVB:2016:1349
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Tijdelijke overplaatsing en ontslag van ambtenaar wegens onverenigbaarheid van karakters
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 14 april 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag. De appellante, werkzaam als ambtenaar, had hoger beroep ingesteld tegen besluiten van het college van burgemeester en wethouders van Leiden, die haar tijdelijk had overgeplaatst en later strafontslag had verleend. De Raad oordeelde dat de tijdelijke overplaatsing van appellante een toereikende grondslag had, gezien de zorgen van unitleider H over de samenwerking tussen appellante en unitleider K. De Raad concludeerde dat de impasse in de samenwerking tussen appellante en K een reden was voor het college om de tijdelijke overplaatsing door te voeren. Het college had niet in overwegende mate bijgedragen aan de situatie die tot het ontslag leidde, en de hernieuwde dienstopdracht om op gesprek te komen was niet ongerechtvaardigd. Het strafontslag werd vervangen door een eervol ontslag vanwege onverenigbaarheid van karakters, waarbij het college een outplacement en aanvullende uitkering aanbood. De Raad bevestigde de aangevallen uitspraak en wees het verzoek om schadevergoeding af.