ECLI:NL:CRVB:2016:1347
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake vergoeding studiefaciliteiten en praktijkstage voor ambtenaar
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, waarin haar verzoek om studiefaciliteiten en een stageplaats werd afgewezen. Appellante, werkzaam bij de gemeente Amsterdam, had een postdoctorale opleiding tot [functie] gevolgd en was op zoek naar een erkende stagemeester om haar praktijkstage te kunnen voltooien. De rechtbank oordeelde dat het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam zich in redelijkheid op het standpunt had kunnen stellen dat appellante niet voldeed aan de voorwaarden voor het verkrijgen van studiefaciliteiten, omdat zij er niet in was geslaagd een erkende stagemeester te vinden. De Centrale Raad van Beroep bevestigde deze uitspraak, waarbij werd benadrukt dat het ontbreken van een erkende stagemeester een onoverkomelijke hindernis vormde voor het volgen van de praktijkopleiding. Appellante had eerder studiefaciliteiten ontvangen, maar de Raad oordeelde dat de omstandigheden waren veranderd en dat het college niet verplicht was om opnieuw studiefaciliteiten toe te kennen. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en dat de eerdere uitspraak van de rechtbank in stand bleef.