ECLI:NL:CRVB:2016:1318
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake verzoek om correctie inschaling politieagent
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een appellant, een politieagent, die verzoekt om correctie van zijn inschaling bij de Politie Utrecht. Appellant is in tijdelijke dienst aangesteld in 2003 en later in vaste dienst, maar stelt dat hij niet correct is ingeschaald volgens het beleid van de politie. Hij heeft zijn verzoek om correctie ingediend op basis van een eerdere uitspraak van de Raad, waarin werd geoordeeld dat een collega niet op de hoogte was gesteld van het beleid omtrent inschaling. De korpschef heeft het verzoek afgewezen, omdat appellant niet binnen een redelijke termijn na publicatie van het beleid heeft gereageerd en geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden heeft aangetoond. De rechtbank heeft het beroep van appellant gegrond verklaard, maar de Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank voor zover deze is aangevochten. De Raad oordeelt dat appellant zijn stelling niet aannemelijk heeft gemaakt en dat de korpschef het verzoek om correctie terecht heeft afgewezen. De uitspraak is gedaan op 7 april 2016.