ECLI:NL:CRVB:2016:125
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering van kwijtschelding van restschuld in verband met fraudevordering en toepassing van beleidsregels
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland. De appellant had verzocht om kwijtschelding van een restschuld die was ontstaan uit een fraudevordering. Het college van burgemeester en wethouders van Wageningen had eerder de bijstandsverlening aan de appellant beëindigd en de kosten van bijstand teruggevorderd, omdat de appellant geen opgave had gedaan van zijn inkomsten als zelfstandige. De rechtbank had het beroep van de appellant tegen het besluit van het college ongegrond verklaard.
De Raad heeft vastgesteld dat de appellant in zijn verzoek om kwijtschelding niet voldeed aan de voorwaarden die in de Beleidsregels Wet werk en bijstand zijn opgenomen. De Raad heeft daarbij de beleidsregels van het college in aanmerking genomen, waarin is bepaald dat bij fraudevorderingen geen kwijtschelding wordt verleend. De Raad heeft geoordeeld dat het college in redelijkheid heeft kunnen besluiten om de kwijtschelding te weigeren, omdat de appellant niet voldeed aan de voorwaarden die in de beleidsregels zijn gesteld.
De uitspraak van de rechtbank is bevestigd, en het hoger beroep van de appellant is afgewezen. De Raad heeft geen aanleiding gezien om het college te veroordelen in de proceskosten, aangezien er geen bijzondere omstandigheden zijn die dit rechtvaardigen. De uitspraak is openbaar gedaan op 12 januari 2016.