ECLI:NL:CRVB:2016:1245
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering studiefinanciering na onderzoek woonsituatie
In deze zaak gaat het om de herziening en terugvordering van studiefinanciering aan appellant, die in hoger beroep is gegaan tegen een uitspraak van de rechtbank Rotterdam. Appellant was ingeschreven op een adres in de gemeentelijke basisadministratie, maar de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft na een huisbezoek geconcludeerd dat appellant niet op dat adres woonde. De minister heeft de studiefinanciering herzien en een bedrag van € 1.945,54 teruggevorderd. Appellant betwistte de rechtmatigheid van het huisbezoek en de bevindingen van de controleurs, en stelde dat zijn huisrecht was geschonden. De rechtbank oordeelde echter dat de controleurs geen inbreuk op het huisrecht hebben gemaakt, omdat de hoofdbewoonster toestemming had gegeven voor het huisbezoek. De Centrale Raad van Beroep bevestigde deze uitspraak en oordeelde dat de bevindingen van de controleurs niet als onrechtmatig verkregen bewijs kunnen worden aangemerkt. De Raad concludeerde dat het rapport van het huisbezoek voldoende feitelijke grondslag biedt voor de conclusie dat appellant niet op zijn gba-adres woonde. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.