ECLI:NL:CRVB:2016:1149
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- K.J. Kraan
- J.N.A. Bootsma
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de afwijzing van aanvragen voor een tweede aanstelling naast SBF-verlof en de gevolgen van leeftijdsontslag
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 31 maart 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over de afwijzing van aanvragen voor een tweede aanstelling naast SBF-verlof door de Minister van Veiligheid en Justitie. De betrokkenen, die werkzaam waren in een substantieel bezwarende functie (SBF), waren met SBF-verlof gegaan en hadden aanvragen ingediend voor een tweede aanstelling. De minister had deze aanvragen afgewezen op basis van het beleid dat alleen van toepassing was voor ambtenaren die na 1 januari 2012 met SBF-verlof waren gegaan. De rechtbank had de beroepen van de betrokkenen gegrond verklaard, maar de minister ging in hoger beroep tegen deze uitspraak.
De Raad oordeelde dat de minister de aanvragen terecht had afgewezen, omdat de betrokkenen niet onder de reikwijdte van de Circulaire vielen. De Raad benadrukte dat de SBF-Regeling een algemeen verbindend voorschrift is en dat de rechter terughoudend moet zijn bij de beoordeling van dergelijke regelgeving. De Raad concludeerde dat het onderscheid naar leeftijd in de SBF-Regeling legitiem is en dat er geen strijd is met het gelijkheidsbeginsel. De Raad vernietigde de aangevallen uitspraak van de rechtbank en verklaarde de beroepen van de betrokkenen ongegrond.
De uitspraak heeft belangrijke implicaties voor ambtenaren die met SBF-verlof zijn gegaan en die aanvragen voor een tweede aanstelling willen indienen. De Raad bevestigde dat de Circulaire niet als grondslag kan dienen voor het verlenen van een tweede aanstelling in afwijking van de SBF-Regeling, en dat de minister zijn beleid consistent heeft toegepast. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor ambtenaren om zich bewust te zijn van de voorwaarden en beperkingen die gelden bij het aanvragen van een tweede aanstelling naast SBF-verlof.