ECLI:NL:CRVB:2016:1092
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- W.F. Claessens
- G.M.G. Hink
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake opschorting en intrekking van bijstandsuitkering op basis van niet ingediende bankafschriften
In deze zaak gaat het om de hoger beroepen van zowel betrokkene als het college van burgemeester en wethouders van Sittard-Geleen tegen de uitspraak van de rechtbank Limburg. Betrokkene ontving sinds 14 februari 2008 bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Naar aanleiding van een verblijf in het buitenland heeft het college een onderzoek ingesteld naar de rechtmatigheid van de bijstandsverlening. Betrokkene werd verzocht om bankafschriften over te leggen, maar heeft niet de gevraagde gegevens verstrekt. Het college heeft daarop het recht op bijstand van betrokkene opgeschort en later ingetrokken. De rechtbank heeft het beroep van betrokkene tegen de opschorting ongegrond verklaard, maar het beroep tegen de intrekking gegrond verklaard en het college opgedragen een nieuwe beslissing te nemen.
In hoger beroep heeft betrokkene zich gekeerd tegen de opschorting, stellende dat er geen aanleiding was voor een heronderzoek. Het college heeft zich gekeerd tegen de intrekking, stellende dat betrokkene niet tijdig de gevraagde bankafschriften heeft verstrekt. De Raad voor de Rechtspraak heeft geoordeeld dat het college bevoegd was tot opschorting van de bijstand, omdat betrokkene niet de gevraagde gegevens heeft ingediend. De Raad heeft de aangevallen uitspraak bevestigd voor wat betreft de opschorting, maar vernietigd voor de intrekking, en het beroep tegen het besluit van het college ongegrond verklaard. De Raad concludeert dat betrokkene verweten kan worden dat hij niet tijdig de gevraagde bankafschriften heeft verstrekt, ondanks zijn psychische klachten.