In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag, waarin het beroep ongegrond werd verklaard met betrekking tot de afwijzing van zijn aanvraag voor een WIA-uitkering. Appellant heeft gesteld dat hij binnen vier weken na het einde van zijn verzekering ziek is geworden door PTSS, zoals vastgesteld door psychiater prof. dr. H.J.C. van Marle. De Centrale Raad van Beroep heeft op 23 maart 2016 geoordeeld dat appellant inderdaad ziek was ten gevolge van PTSS binnen de gestelde termijn. De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank vernietigd en het Uwv opgedragen om opnieuw te beslissen op de bezwaren van appellant tegen eerdere besluiten. De Raad heeft daarbij de rapporten van Van Marle als overtuigend en inzichtelijk beoordeeld, en heeft geconcludeerd dat de zwerfneiging van appellant een symptoom is van zijn PTSS. De Raad heeft ook de proceskosten van appellant vergoed.