Uitspraak
OVERWEGINGEN
12 november 2008 (ECLI:NL:CRVB:2008:BG4669).
BESLISSING
E.W. Akkerman als leden, in tegenwoordigheid van C.M.A.V. van Kleef als griffier.
De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 2 maart 2016.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 2 maart 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellant, die als gevolg van een cerebellair infarct uitgevallen was voor zijn werkzaamheden, had in eerste instantie geen recht op een uitkering op grond van de Wet WIA vastgesteld door het Uwv. Na een reeks van besluiten en rechtszaken, waarbij appellant zich meerdere keren ziek meldde en bezwaar maakte tegen besluiten van het Uwv, werd uiteindelijk vastgesteld dat hij met ingang van 16 augustus 2013 geschikt werd geacht voor de in het kader van de Wet WIA geselecteerde functies. De rechtbank had het beroep van appellant tegen het besluit van het Uwv ongegrond verklaard, en in hoger beroep bevestigde de Raad deze uitspraak. De Raad oordeelde dat het medisch onderzoek door het Uwv zorgvuldig was en dat de rapporten van de verzekeringsartsen voldoende basis boden voor de conclusie dat appellant geschikt was voor de geduide functies. Appellant had aangevoerd dat zijn klachten waren toegenomen en dat het Uwv zijn beperkingen had onderschat, maar de Raad vond geen steun in de medische informatie voor deze stellingen. De Raad concludeerde dat het Uwv op goede gronden het recht op ziekengeld van appellant had beëindigd.