4.1.2.Artikel 45 van de WW is per 1 juni 2013 gewijzigd. Vanaf die datum tot 1 juli 2015 luidde dit artikel:
Voor de berekening van de uitkering waarop op grond van dit hoofdstuk recht bestaat, wordt als dagloon beschouwd 1/261 deel van het loon dat de werknemer in de periode van één jaar, die eindigt op de laatste dag van het tweede aangiftetijdvak voorafgaande aan het aangiftetijdvak waarin het arbeidsurenverlies, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, onderdeel a, is ingetreden, verdiende in de dienstbetrekking waaruit hij werkloos is geworden, doch ten hoogste het bedrag, bedoeld in artikel 17, eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen, met betrekking tot een loontijdvak van een dag.
Bij algemene maatregel van bestuur worden, onder meer wanneer de dienstbetrekking, bedoeld in het eerste lid, korter heeft geduurd dan het jaar, bedoeld in het eerste lid, ten aanzien van de vaststelling van het dagloon, bedoeld in het eerste lid, en de herziening ervan nadere en zo nodig afwijkende regels gesteld.
4.1.3.Met ingang van 1 juni 2013 is het Besluit dagloonregels ingetrokken en is het Dagloonbesluit in werking getreden. In het Dagloonbesluit is voor zover hier van belang bepaald:
Artikel 2. Refertejaar voor ZW en WW
1. Onder refertejaar wordt in dit hoofdstuk de periode verstaan van een jaar die eindigt op de laatste dag van het tweede aangiftetijdvak voorafgaande aan het aangiftetijdvak waarin de ziekte of het arbeidsurenverlies is ingetreden.
Artikel 3. Loonbegrip voor ZW en WW
1. Onder loon wordt in dit hoofdstuk verstaan loon in de zin van artikel 16 van de Wfsv, genoten in het refertejaar uit de dienstbetrekking waaruit de werknemer ziek of werkloos is geworden (…).
Artikel 4. Algemene bepalingen over het loon voor ZW en WW
Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt de werknemer geacht zijn loon te hebben genoten in het aangiftetijdvak waarover de werkgever van dat loon opgave heeft gedaan.
Onder loon als bedoeld in artikel 3 wordt mede begrepen loon uit de dienstbetrekking waaruit de werknemer ziek of werkloos is geworden (…), waarvan de werknemer aantoont dat dit in het refertejaar vorderbaar maar niet tevens inbaar is geworden.
Artikel 5. Dagloon voor ZW en WW
1. Het dagloon van uitkeringen op grond van de ZW en WW is de uitkomst van de volgende berekening:
[(A-B) x 108/100 + C] / D
waarbij:
A staat voor het loon dat de werknemer in het refertejaar heeft genoten bij een werkgever die vakantiebijslag reserveert;
B staat voor de bedragen aan vakantiebijslag die de werknemer in het refertejaar heeft genoten;
C staat voor het loon dat de werknemer in het refertejaar heeft genoten bij een werkgever die geen vakantiebijslag reserveert; en
D staat voor 261 dan wel, indien de dienstbetrekking waaruit de werknemer ziek of werkloos is geworden is aangevangen na aanvang van het refertejaar, voor het aantal dagloondagen vanaf en met inbegrip van de dag waarop de dienstbetrekking is aangevangen tot en met de laatste dag van het refertejaar.
Artikel 26. Intrekken Besluit dagloonregels werknemersverzekeringen
Het Besluit dagloonregels werknemersverzekeringen wordt ingetrokken.
Het Besluit dagloonregels werknemersverzekeringen, zoals dat luidde voor de in het eerste lid bedoelde intrekking blijft van toepassing op uitkeringen als bedoeld in dat besluit waarvan de eerste uitkeringsdag is gelegen voor de datum van intrekking.
(…)
Onder uitkeringsdag in het tweede lid wordt voor de WW (…) verstaan de dag dat recht op uitbetaling bestaat op grond van respectievelijk artikel 30 van de WW en (…) voor de ZW de dag waarop het ziekengeld wordt uitgekeerd op grond van artikel 29 van de ZW (…).