ECLI:NL:CRVB:2016:1010
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering van persoonsgebonden budget (pgb) op basis van niet-naleving van verplichtingen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 februari 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Overijssel. De appellant, vertegenwoordigd door zijn moeder, had hoger beroep ingesteld tegen de weigering van het Zorgkantoor Menzis om een persoonsgebonden budget (pgb) voor het jaar 2014 te verlenen. Het Zorgkantoor had eerder, op 21 november 2013, geweigerd om een pgb voor 2014 te verlenen, omdat de appellant niet had voldaan aan de verplichtingen die aan het pgb voor 2013 waren verbonden. De Raad heeft vastgesteld dat er geen urendeclaraties of nota's waren overgelegd waaruit bleek dat er zorg in rekening was gebracht. Ook waren er geen bankafschriften die betalingen aan de zorgverlener aantoonden. De Raad oordeelde dat de zorg die door de moeder van de appellant was verleend, niet kwalificeerde als AWBZ-zorg, omdat het voornamelijk ging om administratieve en huishoudelijke taken. De Raad concludeerde dat het Zorgkantoor op basis van de Regeling subsidies AWBZ (Rsa) gerechtigd was om de verlening van het pgb te weigeren, omdat de appellant niet had voldaan aan de eerder opgelegde verplichtingen. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.