ECLI:NL:CRVB:2016:100
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herzieningsverzoek niet-ontvankelijk wegens te late indiening zonder nieuwe feiten of omstandigheden
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 januari 2016 uitspraak gedaan over een verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van 27 maart 2013. Verzoekster heeft op 5 juni 2014 verzocht om herziening, maar dit verzoek is meer dan een jaar na de openbaarmaking van de eerdere uitspraak ingediend. De Raad oordeelt dat het verzoek om herziening onredelijk laat is ingediend, omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn gepresenteerd die een herziening zouden rechtvaardigen. De Raad stelt vast dat de indiener van het verzoek niet onredelijk lang had mogen wachten met het indienen van het herzieningsverzoek. De Raad verwijst naar eerdere rechtspraak waarin is vastgesteld dat een verzoek om herziening in de regel als onredelijk laat wordt beschouwd indien het meer dan een jaar na de bekendmaking van de uitspraak wordt ingediend. In dit geval is het verzoek om herziening niet-ontvankelijk verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, met J. Brand als voorzitter en M.F. Wagner en R.H. de Bock als leden, in aanwezigheid van griffier V. van Rij.