ECLI:NL:CRVB:2015:820
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herziening van ZW-uitkering na beëindiging op basis van psychische klachten
In deze zaak gaat het om een appellant die als gieter/vormer werkzaam was en zich in 2009 ziek meldde vanuit de Werkloosheidswet (WW). De appellant ontving een Ziektewet (ZW) uitkering, die in 2011 werd beëindigd omdat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) oordeelde dat hij weer in staat was om te werken. De appellant betwistte deze beslissing en voerde aan dat hij door psychische klachten niet in staat was om zijn werk te hervatten. Hij overhandigde een rapport van psychiater R.J.H. Winter ter ondersteuning van zijn standpunt. De Centrale Raad van Beroep heeft de appellant laten onderzoeken door psychiater P. Naarding, die concludeerde dat het zeer onwaarschijnlijk was dat de appellant in staat was zijn functie te vervullen vanwege de gestelde diagnose. De Raad oordeelde dat het Uwv de medische situatie van de appellant op de datum in geding had onderschat. De Raad vernietigde het besluit van het Uwv en herstelde de ZW-uitkering van de appellant, met toekenning van schadevergoeding en vergoeding voor eigen deskundigenonderzoek. De uitspraak is gedaan op 11 maart 2015.