ECLI:NL:CRVB:2015:8
Centrale Raad van Beroep
- Tussenuitspraak bestuurlijke lus
- J.W. Schuttel
- J.P.M. Zeijen
- A.I. van der Kris
- Rechtspraak.nl
Herbeoordeling van WAO-uitkering na fraudeonderzoek met betrekking tot arbeidsongeschiktheid en de rol van jobcoaching
In deze tussenuitspraak van de Centrale Raad van Beroep op 9 januari 2015, met zaaknummer 13/405 WAO-T, wordt de herbeoordeling van de WAO-uitkering van appellant besproken. Appellant, die sinds 1986 een WAO-uitkering ontving wegens psychische problematiek, werd na een fraudeonderzoek door het Uwv opnieuw beoordeeld. De verzekeringsarts concludeerde dat appellant per 11 januari 2012 minder dan 15% arbeidsongeschikt was, wat leidde tot de intrekking van zijn uitkering. Appellant betwistte deze beslissing en stelde dat de medische grondslag onjuist was en dat de FML (Functionele Mogelijkhedenlijst) een onvolledig beeld gaf van zijn beperkingen.
De rechtbank Zutphen had het beroep van appellant ongegrond verklaard, maar in hoger beroep betoogde appellant dat de intrekking van zijn uitkering disproportioneel was en in strijd met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. De Raad oordeelde dat de medische grondslag van het bestreden besluit deugdelijk was, maar dat het Uwv onvoldoende had gemotiveerd dat de geselecteerde functies voldeden aan de voorwaarden voor inschakeling van een jobcoach, zoals vastgelegd in de FML. De Raad volgde appellant in zijn stelling dat de motivering van het Uwv niet voldeed aan de zorgvuldigheids- en motiveringsbeginselen.
De Raad droeg het Uwv op om binnen zes weken de gesignaleerde gebreken in het besluit te herstellen. Deze uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige beoordeling van de arbeidsongeschiktheid en de noodzaak van adequate ondersteuning, zoals jobcoaching, voor personen met psychische beperkingen.