Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
het vernietigde bestreden besluit;
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 12 maart 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellant, werkzaam bij de GGD Amsterdam, was op 12 april 2011 geschorst op grond van artikel 13.2 van de Nieuwe Rechtspositieregeling Gemeente Amsterdam (NRGA) vanwege een onderzoek naar mogelijke politieke beïnvloeding en belangenverstrengeling. De schorsing hield in dat appellant geen contact mocht hebben met collega's en externen, wat hem feitelijk verhinderde zijn werkzaamheden als lid van de Ondernemingsraad (OR) uit te voeren. Appellant betwistte niet de schorsing zelf, maar de restrictie op zijn OR-lidmaatschap.
De Raad oordeelde dat de werkgever geen bevoegdheid heeft om een werknemer zelf uit te sluiten van OR-werkzaamheden. Dit recht is voorbehouden aan de kantonrechter, die dit alleen kan doen op verzoek van de ondernemer of de OR zelf, en alleen als de betrokkene het overleg ernstig verstoort. De Raad volgde het standpunt van het college niet dat de schorsing ook een uitsluitingsbevoegdheid voor OR-werkzaamheden met zich meebracht. De Raad vernietigde de eerdere uitspraak en het bestreden besluit, en herstelde appellant in zijn recht om zijn OR-werkzaamheden uit te voeren.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de schorsing van appellant niet de bevoegdheid van de werkgever om hem uit te sluiten van OR-werkzaamheden omvatte. De Raad herroept het schorsingsbesluit voor zover dit het uitsluiten van OR-werkzaamheden betreft en veroordeelt het college in de kosten van appellant, die in totaal € 1.960,- bedragen. Tevens dient het college het griffierecht van appellant te vergoeden, dat in totaal € 395,- bedraagt.