ECLI:NL:CRVB:2015:712
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van Ziektewet-uitkering op basis van medische geschiktheid
In deze zaak gaat het om de beëindiging van de Ziektewet-uitkering van appellant, die als heftruckchauffeur werkte en op 21 maart 2011 uitviel door psychische klachten. Na beëindiging van zijn dienstverband op 5 november 2011 ontving hij een ZW-uitkering van het Uwv. Het Uwv beëindigde deze uitkering per 21 mei 2012, omdat zij van mening was dat appellant weer geschikt was om te werken. Appellant ging in beroep tegen deze beslissing, maar de rechtbank Oost-Brabant verklaarde zijn beroep ongegrond. De rechtbank oordeelde dat het Uwv voldoende had aangetoond dat appellant niet meer ongeschikt was voor zijn arbeid, onderbouwd door psychiatrische expertise.
In hoger beroep betwist appellant de uitspraak van de rechtbank en stelt dat hij wel degelijk ernstige psychische klachten heeft. Hij verzoekt om benoeming van een onafhankelijk deskundige en overlegt aanvullende medische informatie. De Centrale Raad van Beroep bevestigt echter de uitspraak van de rechtbank. De Raad onderschrijft de overwegingen van de rechtbank en concludeert dat appellant niet heeft aangetoond dat er een medische oorzaak is voor zijn klachten. De rapporten van de door appellant ingeschakelde psychiaters bieden onvoldoende inzicht in hun diagnoses en de Raad ziet geen aanleiding om een onafhankelijk deskundige te benoemen. De Raad concludeert dat het hoger beroep niet slaagt en bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank.