Uitspraak
16 december 2013, 13/1659 (aangevallen uitspraak)
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om de intrekking en terugvordering van bijstand aan appellante, die vanaf 6 december 2008 bijstand ontving op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). De Centrale Raad van Beroep behandelt het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel, die op 16 december 2013 het beroep van appellante ongegrond verklaarde. De aanleiding voor de intrekking van de bijstand was een melding dat appellante partneralimentatie ontving en een woning in Turkije had gekocht. De gemeente Hengelo heeft daarop een onderzoek ingesteld, waaruit bleek dat appellante haar inlichtingenverplichting had geschonden door relevante informatie niet te verstrekken. De Raad oordeelt dat appellante niet in aanmerking kwam voor bijstand over verschillende perioden, omdat zij niet kon aantonen dat zij in bijstandbehoevende omstandigheden verkeerde. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond.