ECLI:NL:CRVB:2015:687
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de toekenning van bijzondere bijstand en de vraag naar noodzakelijke kosten
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 10 maart 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland. Appellante, die bijstand ontvangt op grond van de Wet werk en bijstand (WWB), heeft bijzondere bijstand aangevraagd voor kosten die zij stelt te maken in verband met haar woning. Het college van burgemeester en wethouders van Pekela heeft deze aanvraag afgewezen, omdat niet is komen vast te staan dat de kosten noodzakelijke kosten zijn die voortvloeien uit bijzondere omstandigheden zoals bedoeld in artikel 35 van de WWB. De Raad heeft vastgesteld dat het besluit van 21 maart 2012, waarin eerder bijzondere bijstand was toegekend, in rechte onaantastbaar is geworden. Appellante heeft verzocht om herziening van de woonkostentoeslag, maar de Raad oordeelt dat de door appellante aangevoerde kosten van aflossing van leningen geen nieuwe feiten of veranderde omstandigheden zijn die een herziening van het eerdere besluit rechtvaardigen. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten.