ECLI:NL:CRVB:2015:633
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag om toelating tot de maatschappelijke opvang en beoordeling van herhaalde aanvragen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 4 maart 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De zaak betreft een aanvraag van appellante om toelating tot de maatschappelijke opvang op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Appellante, die oorspronkelijk uit Kosovo komt, heeft in het verleden een aanvraag ingediend die door het college van burgemeester en wethouders van Leiden is afgewezen. De rechtbank had geoordeeld dat de aanvraag van appellante als een herhaalde aanvraag moest worden beschouwd, wat volgens de rechtbank betekende dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die een andere beoordeling rechtvaardigden.
De Centrale Raad van Beroep heeft echter geoordeeld dat de rechtbank ten onrechte van een herhaalde aanvraag is uitgegaan. De Raad stelde vast dat de aanvraag van appellante niet gericht was op het terugkomen van het eerdere besluit, maar op een nieuwe periode na de indiening van de aanvraag. De Raad benadrukte dat bij een nieuwe aanvraag relevante feiten en omstandigheden kunnen zijn gewijzigd, wat een nieuw beoordelingsmoment met zich meebrengt.
De Raad heeft vervolgens de situatie van appellante beoordeeld en vastgesteld dat er gedurende de beoordelingsperiode geen sprake was van dakloosheid of een concrete dreiging van dakloosheid. Het college had zich dan ook terecht op het standpunt gesteld dat er geen noodzaak was om appellante toe te laten tot de maatschappelijke opvang. De Raad heeft de aangevallen uitspraak van de rechtbank bevestigd, met verbetering van gronden, en het college veroordeeld in de proceskosten van appellante.
De uitspraak benadrukt het belang van het onderscheid tussen herhaalde aanvragen en nieuwe aanvragen in het bestuursrecht, en de noodzaak voor bestuursorganen om nieuwe feiten en omstandigheden in overweging te nemen bij de beoordeling van aanvragen.