ECLI:NL:CRVB:2015:566
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Stopzetting van betaling bezoldiging en onvoorwaardelijk ontslag wegens ernstig plichtsverzuim van ambtenaar
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 26 februari 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Oost-Nederland. De appellante, werkzaam bij de gemeente Lingewaard, had hoger beroep ingesteld tegen de stopzetting van haar bezoldiging en de disciplinaire maatregel van onvoorwaardelijk ontslag wegens ernstig plichtsverzuim. De appellante was sinds 1 januari 1990 in dienst en had de functie van Medewerker Grondgebied B. In de periode van december 2011 tot januari 2012 heeft zij zich herhaaldelijk niet gemeld voor gesprekken met haar leidinggevenden, ondanks dat zij door de bedrijfsarts arbeidsgeschikt was bevonden. Het college had haar meerdere keren uitgenodigd voor gesprekken, maar appellante verscheen niet, wat door het college werd gekwalificeerd als ongeoorloofd afwezig zijn en een weigering om aan redelijke opdrachten gehoor te geven. De Raad oordeelde dat het college op goede gronden de uitbetaling van de bezoldiging had stopgezet en dat het plichtsverzuim van appellante ernstig was, wat de opgelegde straf van ontslag rechtvaardigde. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond.