ECLI:NL:CRVB:2015:543
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.F. Bandringa
- W.F. Claessens
- C.H. Rombouts
- Rechtspraak.nl
Vergoeding van wettelijke rente over bijstandsuitkeringen na verlening verblijfsvergunning
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 februari 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Utrecht. De zaak betreft appellanten die, afkomstig uit Liberia, sinds 2002 in Nederland verblijven zonder geldige verblijfsvergunning. Hun aanvragen voor bijstand op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) zijn aanvankelijk afgewezen omdat zij geen rechtmatig verblijf hadden. In 2012 kregen zij alsnog een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd, waarna het college van burgemeester en wethouders van Utrecht hen bijstand verleende met terugwerkende kracht. Echter, het college weigerde de wettelijke rente over de na te betalen bijstand te vergoeden, wat leidde tot het hoger beroep.
De Raad heeft vastgesteld dat het college ten onrechte de wettelijke rente heeft geweigerd. De verlening van de verblijfsvergunning met terugwerkende kracht heeft implicaties voor de bijstandsverlening en de daarmee samenhangende renteverplichtingen. De Raad oordeelde dat de eerdere afwijzing van de bijstandsaanvragen niet in stand kon blijven en dat de schade die appellanten hebben geleden door de late bijstandsverlening voor rekening van het college komt. De Raad heeft het beroep gegrond verklaard, de eerdere besluiten van het college vernietigd en het college veroordeeld tot betaling van de wettelijke rente over de na te betalen bijstand. Tevens zijn de proceskosten van appellanten vergoed.